1. Meng de verf goed
Roer de verf goed door voordat je begint om een consistente kleur en textuur te krijgen. Grote hoeveelheden. Als je meerdere blikken verf van dezelfde kleur moet gebruiken, giet dan alle blikken in een grotere container en meng ze samen om kleurverschillen te voorkomen. Dit wordt vaak "boxing" genoemd. Roeren. Voor grotere hoeveelheden is het verstandig om de verf te mengen met gebruik van een elektrische boormachine. Laat verf acclimatiseren aan de kamertemperatuur voordat je begint met mengen. Verf die te koud of te warm is, kan moeilijker te mengen zijn. Controleer de consistentie. Roer tijdens het schilderen de verf regelmatig om te voorkomen dat de pigmenten zich opnieuw scheiden.
2. Gebruik de juiste kwast of roller
Gebruik een kwast voor kleinere oppervlakken en gedetailleerd werk, en een roller voor grotere oppervlakken. Zorg ervoor dat je kwasten en rollers van goede kwaliteit gebruikt om een gelijkmatige afwerking te krijgen. Hier gaan we een andere week dieper op in.
3. Begin met de randen
Schilder eerst de randen en hoeken met een kwast voordat je de grote oppervlakken met een roller doet. Dit zorgt voor een nette afwerking.
4. Dunne lagen
Breng meerdere dunne lagen verf aan in plaats van één dikke laag. Dit zorgt voor een gladdere en duurzame afwerking. Vorm een ‘W’ of ‘M’. Begin met het schilderen van een 'W' of 'M' patroon op de muur en vul vervolgens de open plekken in. Dit zorgt voor een gelijkmatige verdeling van de verf. Druk gelijkmatig. Oefen gelijkmatige druk uit op de roller en vermijd te hard duwen, wat strepen en oneffenheden kan veroorzaken. Overlap je slagen. Overlap elke slag lichtjes om ervoor te zorgen dat er geen lege plekken of strepen achterblijven. Werk in secties. Verdeel grote oppervlakken in kleinere secties en werk elke sectie volledig af voordat je naar de volgende gaat. Dit helpt om overlap merken te voorkomen.
5. Schuur tussen de lagen
Voor een ultra gladde afwerking, licht schuren tussen de verflagen met fijn schuurpapier. Verwijder het stof met een pluisvrije doek.
6. Laat voldoende drogen
Laat elke laag volledig drogen voordat je de volgende aanbrengt. Dit voorkomt dat de verf gaat druipen of strepen krijgt. Werk snel en systematisch. Werk snel genoeg om te voorkomen dat de verf opdroogt terwijl je nog aan het schilderen bent, maar neem ook de tijd om nauwkeurig te werken. Vermijd schilderen in extreme temperaturen. Schilder niet bij te hoge of te lage temperaturen, omdat dit de droogtijd en het eindresultaat kan beïnvloeden. Ventilatie. Zorg voor voldoende ventilatie in de ruimte om de verf goed te laten drogen en om dampen te verminderen.